January 22, 2023
See the English version of this article with sources and footnotes
Het is zeven dagen geleden dat ik mijn nier heb gedoneerd, en ik voel me weer de oude. Ik heb een litteken van ongeveer 10 cm rond de broekrand. Ik loop nog geen marathon. Verder voel ik me volkomen normaal.
Ik doneerde mijn nier anoniem om iemand een tweede kans op leven gegeven. Zijn nieren lieten het afweten, dus zijn leven werd vroegtijdig afgebroken. Hoewel dialyse de functie van een nier gedeeltelijk kan vervangen, vermindert het proces van elke twee dagen aan het dialyseapparaat de kwaliteit van leven van iemand aanzienlijk.
Een nieuwe nier, van een levende donor, gaat gemiddeld 22 jaar mee. Niertransplantaties worden regelmatig gedaan en 98% van hen is succesvol. Kortom, door een nier te doneren krijgt iemand een tweede leven.
Op dit moment wachten in Nederland ruim 800 mensen op een nier gemiddeld twee jaar voordat er een beschikbaar komt. Als ze geen nier krijgen is dialyse de enige optie. Van degenen die wachten sterft 8% en 14% ziet hun toestand verslechteren tot een toestand waarin een transplantatie geen zin meer heeft.
Het doneren van een nier had ook een positieve invloed op mij. Ik voel vreugde en dankbaarheid dat ik iemand anders kan helpen, ook al ontmoet ik de ontvanger nooit.
De donatie, hoe gemakkelijk ik het ook ervoer, komt niet geheel zonder risicos. Toen ik het nieuws voor het eerst deelde met mijn moeder, was haar reactie niet precies wat ik had verwacht. In plaats van dolblij en dankbaar te zijn, was ze verrast en uitte ze haar ongemak over mijn beslissing om een nier te doneren.
“Heb je de nier zelf niet nodig?” en “Wat als iemand in je omgeving een nier nodig heeft?” waren twee typische reacties die ik kreeg toen ik anderen vertelde over mijn plan om te doneren.
Het antwoord op de eerste vraag is een volmondig nee. Nierdonoren leven gemiddeld even lang als andere mensen. Er is een verhoogd risico op terminale nierziekte, maar de kans, gemeten over 15 jaar na donatie, is lager dan 0,5%. Als het misgaat, krijg ik automatisch voorrang op de wachtlijst.
Wanneer iemand in mijn omgeving een nier nodig heeft, krijgen ze mijn resterende nier niet. Maar de kans dat een bekende van mij een niertransplantatie krijgt is 1 op 18000. Met andere woorden, er is een kleine kans dat iemand die ik persoonlijk ken een nier nodig heeft. Zelfs als ze dat deden, is de kans groot dat ik niet compatibel met ze zou zijn.
Een derde risicofactor is een kans om te overlijden tijdens de operatie zelf. De kans om te sterven op de operatietafel, is lager dan 1 op 3000. Ik zeg lager dan dit getal omdat de meest robuste data komt van meer dan 10 jaar geleden en ik mijzelf ook gezonder, of in ieder geval jonger, inschat dan de gemiddelde donateur.
Het ziekenhuis snijdt je nier niet weg zonder met zekerheid te weten dat je gezond genoeg bent om te doneren. Ik bezoek het ziekenhuis zes keer voor de operatie, twee bezoeken die meerdere uren duurden, de andere waren snel in en uit voor een bloedtest of scan. Aangezien ik in dezelfde stad woon als het ziekenhuis, is de totale duur van de bezoeken minder dan twee volle werkdagen.
De dag voor de operatie krijg ik mijn eigen privékamer met uitzicht. Er is wat nervositeit, maar voor de workaholics kan ik zeggen dat ik die middag op de laptop door kan werken. De enige onderbreking is het nemen van bloedmonsters en het inbrengen van een katheter om vloeistoffen in de bloedsomloop te pompen om de nieren gehydrateerd en actief te krijgen.
Tijdens de operatie zelf ben ik onder algehele narcose dus daar kan ik niet veel over melden. Een paar uur later, wanneer ik wakker word krijg ik een raketje en na een half uur bijkomen rijden de zusters mij weer naar mijn kamer.
Wat me het meest verbaast, is de helderheid die ik voel na de operatie. Ik krijg de eerste twee dagen morphine en mijn vriendin zegt dat ik een beetje high klink. Maar ik kan vrienden een bericht sturen dat het goed met me gaat. Na bezoek kan ik de rest van de dag Netflix kijken en naar een audioboek luisteren.
Vier keer per dag komt er een verpleegster langs om mijn vitale functies op te nemen en te vragen naar mijn pijnniveau. De eerste twee dagen bereikt het pijnniveau een acht, beide keren ‘s avonds als ik probeerde in slaap te komen. Maar dit is allemaal beheersbaar met enkele oxycodon pillen en ik slaap relatief goed. Tegen de middag van de derde dag heb ik de laatste aspirines ingenomen en had sindsdien geen pijnstillers meer nodig. Tegen de ochtend van de vierde dag zit ik in een taxi naar huis.
De ervaring van anderen kan verschillen. Ik verkeer in een uitzonderlijk goede gezondheid, sport zes dagen in de week en heb afgelopen zomer een marathon gerend. Dit is slechts mijn ervaring, die mij positief heeft verrast.
Een week na het doneren voel ik het littekenweefsel rond de taille, vooral na het lopen van langere afstanden. Ik moet voorzichtig zijn als ik mijn buikspieren belast, bijvoorbeeld bij rechtop gaan ziten, maar daar is het ook mee gezegd. Ik laat de hond alweer uit, zie veel vrienden en kan in principe weer terug naar kantoor.
Voor ik het vergeet, de intraveneuze katheter is niet de enige die gezet wordt. Je krijgt er ook een die door je geslachtsdelen gaat en die de volgende ochtend wordt verwijderd. En ja, dit doet een paar seconden intens pijn, maar minder dan een trap in je ballen krijgen.
Ik ben blij dat ik een nier heb gedoneerd, zoals de meeste donoren. Ik zal een normaal leven leiden zonder beperkingen. Ik krijg zelfs een jaarlijkse gezondheidscheck ervoor. Iemand anders krijgt twee decennia leven erbij. De kosten waren het waard, voor mij.
Ik kan niet door inschatten of het voor anderen ook een logische keuze is. Er zijn niet veel mensen die dezelfde berekening hebben gemaakt als ik. Jaarlijks zijn er in Nederland 500 donaties van levende donoren, 30 daarvan altruïstisch. Maar als je erover nadenkt om te doneren, aan een bekende of anoniem, dan hoop ik dat mijn verhaal je geholpen heeft om die keuze makkelijker te maken.
Voor meer informatie over het doneren van een nier, zie de informatie op de website van de Nederlandse Transplantatie Stichting.
Ingestuurde versie met minder verhaal, meer overtuiging:
Waarom een nier doneren een goed idee is.
Er staan meer mensen dan ooit op de wachtlijst voor een nierdonatie. Als gezond persoon kan je leven met één nier, dus heb ik mijn andere gedoneerd.
Ik doneerde mijn nier anoniem om iemand een tweede kans op leven gegeven. Zijn nieren lieten het afweten, dus zijn leven werd vroegtijdig afgebroken. Hoewel dialyse de functie van een nier gedeeltelijk kan vervangen, vermindert het proces van elke twee dagen aan het dialyseapparaat de kwaliteit van leven van iemand aanzienlijk.
Een nieuwe nier, van een levende donor, gaat gemiddeld 22 jaar mee. Niertransplantaties worden regelmatig gedaan en 98% van hen is succesvol. De kans op slagen is groot, maar het aanbod laat het afweten.
Op dit moment wachten in Nederland ruim 900 mensen op een nier gemiddeld twee jaar voordat er een beschikbaar komt. Als ze geen nier krijgen is dialyse de enige optie. Van degenen die wachten sterft 8% en 14% ziet hun toestand verslechteren tot een toestand waarin een transplantatie geen zin meer heeft.
Mijn operatie verloopt zonder complicaties en ik kom bij met een waterijsje. De middag, een operatie duurt vaak niet meer dan drie uur, en avond zie ik bezoek en kijk ik Netflix. Geen drie dagen later brengt een taxi mij naar huis nog voordat mijn vriendin het ontbijt heeft gemaakt.
Op dag vijf loop ik alweer het gebruikelijke rondje met de hond, hoewel iets langzamer dan voorheen. De zuster belt en deelt mee dat de nier succesvol getransplanteert is en na enkele dagen opstarten “uitmuntend” aan het werk is.
De donatie, hoe gemakkelijk ik het ook ervoer, komt niet geheel zonder risicos. Toch, op de lange termijn leven nierdonoren leven even lang als anderen. Er is een verhoogd risico op terminale nierziekte, maar de kans, gemeten over 15 jaar na donatie, is lager dan 0,5%. Als het misgaat, krijg ik automatisch voorrang op de wachtlijst.
Tenzij je iemand kent die een nier nodig gaat hebben, is de kans klein dat je die voor een kennis hoeft te bewaren. De kans hierop is vergelijkbaar met een van drie personen uit een vol voetbalstadion kiezen. Ookal wil je doneren voor een bekende, er is een grote kans dat je niet matcht met hen.
Er is een kans op overlijden tijdens de operatie zelf. Dit risico is lager dan 0,03%, aldus data uit Amerika van meer dan tien jaar geleden. Met andere woorden, als gezonde donor in een Nederlands ziekenhuis is deze kans te verwaarlozen.
Het kost wat tijd, enkele bezoeken aan het ziekenhuis en een drietal dagen na de operatie bijkomen. Daarna zit je thuis met een verplichte, geheel vergoede, vakantie van drie weken. Je doet een nierdonatie niet voor de vergoeding, maar door goede regelingen kan het ook geen excuses zijn om het niet te doen.
Doneren van een nier heeft ook een positieve invloed op de meeste donoren. Ik voel vreugde en dankbaarheid dat ik iemand anders kan helpen, ook al ontmoet ik de ontvanger nooit.
Een maand na het doneren ga ik weer rustig naar de sportschool, ben ik aan het werk. Alles is terug naar normaal. Ik voel nog de hardheid van het littekenweefsel rond de taille. Ik zal voorlopig geen marathon rennen, maar daar is het ook mee gezegd.
Ik ben blij dat ik een nier heb gedoneerd, zoals de meeste donoren. Ik zal een normaal leven leiden zonder beperkingen. Ik krijg zelfs een jaarlijkse gezondheidscheck ervoor terug. Iemand anders krijgt twee decennia leven erbij. Voor mij waren de kosten waren het waard.
Voor meer informatie over het doneren van een nier bezoek de site van de transplantatie stichting: https://www.transplantatiestichting.nl/orgaan-en-weefseldonatie/nierdonatie-bij-leven